TVL reportage op 11 augustus 2021 in openlucht bij C-mine op Zomerslag
En mijn vader
stapt in de auto
zegt niks
start de motor
en maakt rechtomkeer
Terug naar beneden
Terug naar huis
Nog liever naar huis
dan zijn 'VL' van zijn auto te halen
Lied is een oneindig tedere voorstelling waarin acteur/auteur Kris Cuppens in onweerstaanbaar sappig Limburgs, het relaas doet van drie generaties familieleden. Alleen en kwetsbaar staat hij op scène, enkel in dialoog met de soundtrack van de immer discrete multi-instrumentalist Geert Waegeman: een kleinood om te zien én te lezen. (Evelyne Coussens, De Morgen n.a.v. TAZ 2012)
Een heel intieme vertelling: de familiebeelden die voorbijflitsen, zijn zowel hard als teder, vlijmscherp en dan weer lieflijk zacht. Het is verrassend hoe de muziek soms prachtig samenvalt met wat de acteur Kris Cuppens vertelt: de titel van die voorstelling is niet toevallig Lied. Je zit verrast te kijken en te luisteren naar die symbiose tussen acteur en muzikant en naar die uiterst authentieke en overrompelende, eerlijke getuigenis van auteur en acteur Kris Cuppens. (Pol Arias, Radio 1)
Een zeer persoonlijke, autobiografische tekst over het ogenschijnlijke modale leven van een veertiger met een licht overgewicht. Cuppens hanteert een pen van ontroerende eerlijkheid en warmte. Krachtige beelden wisselt hij af met emotionele accenten, nooit valse emotie: de vader die zijn vader bijstaat in de laatste uren. Op die manier wordt de autobiografie een kroniek van vier generaties, waarin de oorlog, flamingantisme en mijnstakingen doorsijpelen. (Wilfried Eetezonne, De Morgen)
Kris Cuppens brengt met Lied letterlijk en figuurlijk de rol van zijn leven. De scheiding, het vaderschap, de lichamelijk zware fietstochten - dit is een tekst voor echte venten. (Mark Cloostermans in De Standaard)
Het is een confronterend gevecht dat Cuppens levert: naakt, met zichzelf, met het publiek, met de muziek. Het zou onrechtvaardig zijn te stellen dat woord en muziek slechts een dialoog aangaan met elkaar, ze komen namelijk naar buiten als één brok energie, één geheel van gevoelens en verhalen. 'Lied' laat zich niet in een korset wringen, het zwermt Verhelst- gewijs uit, het barst bij momenten uit zijn voegen, het explodeert orgastisch om even daarna weer kalm en diepmenselijk in de plooi te vallen. Zit je hier nu nog? Gaan kijken is de boodschap! (Simon Horsten in Veto)
Juryrapport Taalunie Toneelschrijfprijs 2006
Kris Cuppens schreef voor Braakland / Zhebilding de autobiografische muziektheatermonoloog Lied, naar aanleiding van de geboorte van zijn zoon Jef. Tijdens een nachtelijke autorit terug van een fietsvakantie in Frankrijk naar huis, naar het sterfbed van zijn grootvader, trekt zijn leven en dat van zijn familie aan hem voorbij in poëtische, muzikale flarden, variërend van anekdotes en gedachten tot kinderrijmpjes en dialogen in Limburgs dialect. Hij, bijna 44 en zeker 11 kilo te zwaar, verhaalt over zijn grootmoeder, die ondanks haar door haar vader in woede kapotgetrapte nieren, acht zonen en een dochter ter wereld bracht, en een dagelijks gevecht tegen de pijn levert. Over haar zoon Christiaan, een van zijn ooms, die jong overlijdt aan een te groot hart. Over de pijn van de scheiding van zijn eerste vrouw, met wie hij net een dochtertje heeft als ze hem verlaat voor een ander. Zijn dierbare herinneringen aan de momenten die hij doorbrengt met zijn Bompa, zijn faalangst, het in het kraambed overlijden van zijn broertje, de geboorte van zijn twee kinderen, zijn passie voor wielrennen. Drie generaties Cuppens passeren de revue, waarbij zijdelings ook de grote Belgische geschiedenis aangeraakt wordt, met haar oorlog, het flamingantisme, de mijnstakingen. Openhartig beschrijft Kris Cuppens zijn eigen worsteling, twijfels en gevoelens, maakt hij als veertiger de balans op van wat geweest is of wat had kunnen zijn. Hoewel het gevaar op de loer ligt, is Lied door zijn authenticiteit en eerlijkheid nergens larmoyant of sentimenteel. Ook overstijgt het door de herkenbaarheid en invoelbaarheid het persoonlijke en particuliere. Treffend is de parallel tussen het cyclische van het fietsen en de levenscyclus. Kris Cuppens weet zich onderdeel van deze cyclus, van de onverbrekelijke lijn tussen ouder en kind, tussen de opeenvolgende generaties. Of, zoals hij het zelf ontroerend verwoordt in de laatste scène: 'Mijn vader tilt wat van zijn vader rest uit bed. Zoals ik mijn zoon, neemt mijn vader, zijn vader in zijn armen. Zoals hij, mijn vader, ooit mij. En ik, straks, hem.'
De jury van de Taalunie Toneelschrijfprijs 2006:
Jan Van Dyck
Arie de Mol
Daniëlle Wagenaar
Steven Peters (secretaris)
© Nederlandse Taalunie, 2000-2008 alle rechten voorbehouden
boekje #44 bij De Nieuwe Toneelbibliotheek