OVER YELLOWCAKE, LITTLE BOY
Theatermaker Stijn Devillé is gefascineerd door hoe
mensen wereldwijd met elkaar verbonden zijn
en een keten van reacties veroorzaken.
Kettingreacties die de geschiedenis een andere wending geven.
Op 6 augustus 1945 valt de atoombom met de spotnaam Little Boy op Hiroshima. Alleen de directeur van de Union Minière, Edgar Sengier wist wat België daarmee te maken had. Hij was in het bezit van 1250 ton uraniummonoxide of yellowcake. Toen de Amerikaanse kernfysici die aan het Manhattan Project werkten hier weet van kregen, barstten de onderhandelingen los.
In een hotelkamer in Londen in september 1933, houden twee wereldvermaarde, joodse natuurkundigen zich schuil voor de nazi’s: Leo Szilard toetst bij zijn mentor Albert Einstein het idee van een fysische kettingreactie af. Als zes jaar later Duitse wetenschappers erin slagen uranium te splitsen, ligt de weg naar de ontwikkeling van een kernwapen open. Szilard en Einstein waarschuwen president Roosevelt voor het dreigende Duitse gevaar en raden hem aan zelf een kernprogramma op te starten.
Vanuit Brussel laat Edgar Sengier intussen zwarte mijnwerkers in Shinkolobwe in uiterst penibele omstandigheden de yellowcake opgraven en naar een depot in New York verschepen. Dit uraniumerts, dat tot eind jaren dertig vooral wordt gebruikt om wijzers in polshorloges fluorescerend te maken, blijkt plots van geostrategisch belang. Na scherpe onderhandelingen met de Union Minière en de Belgische regering in ballingschap, zullen de Amerikanen zich vanaf 1942 decennialang toegang verschaffen tot het uranium uit Congo. Wanneer Duitsland de oorlog verliest en het Duitse kernproject een flop blijkt, lijkt het Amerikaanse atoomprogramma voor Szilard overbodig geworden. Maar dat is buiten het militair-industriële complex gerekend, dat op volle toeren blijft draaien. De oorlog in de Stille Oceaan is nog niet voorbij.
Ondanks het voorafgaande verzet van wetenschappers als Leo Szilard en Niels Bohr wordt Little Boy op 6 augustus 1945 op Hiroshima gedropt. De pogingen om Winston Churchill, president Roosevelt, oorlogsminister Henry Stimson en later president Truman op andere gedachten te brengen, vallen in dovemansoren. Honderdduizenden Japanse slachtoffers laten in augustus 1945 het leven of zijn levenslang verminkt.
Wanneer de gevolgen van de bom geleidelijk aan duidelijk worden, kantelt het westerse enthousiasme over het einde van de oorlog en over de Amerikaanse technologische voorsprong, in een diep en existentieel afgrijzen.
Tot ver in de eenentwintigste eeuw zal de mijn in Shinkolobwe nog illegaal ontgonnen worden om twijfelachtige regimes aan uranium te helpen voor hun geheime kernprogramma’s. Ook vandaag zijn nog clandestiene mijnwerkers in de Congolese mijnen actief, soms in opdracht van internationale misdaadsyndicaten en warlords.