Ilmer Rozendaal
Medea

01.08.2011 05.08.2011

© ogen-blik

Ilmer Rozendaal
Medea

Medea leeft aan de rand van de samenleving, als een parasiet terend op de grote stad. Opgejaagd, verslagen, veracht, zonder land, zonder huis en nu ook nog verraden door haar grote liefde Jason, die zijn toevlucht zoekt in een huwelijk met een ander.
Maar Medea is geen vrouw die vlucht, zij gaat de confrontatie aan. Met verstrekkende gevolgen.

Op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog schreef Jean Anouilh zijn Médée, een vrije bewerking van de klassieke versies van Euripides en Seneca. In dit onheilspellende stuk stelt hij vragen over de verantwoordelijkheden van individu en samenleving, een vraagstuk dat vandaag de dag weer op scherp staat. Want op welke manier speel je mee als je altijd buiten spel staat?


Ilmer Rozendaal (°1987) is student aan Regie Opleiding van de Toneelacademie Maastricht. Ze speelde bij de Queeste in HERBRICHT / VOULWAMES en was regieassistente bij LOCKED-IN.

Medea leeft aan de rand van de samenleving, als een parasiet terend op de grote stad. Opgejaagd, verslagen, veracht, zonder land, zonder huis en nu ook nog verraden door haar grote liefde Jason, die zijn toevlucht zoekt in een huwelijk met een ander.
Maar Medea is geen vrouw die vlucht, zij gaat de confrontatie aan. Met verstrekkende gevolgen.

Op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog schreef Jean Anouilh zijn Médée, een vrije bewerking van de klassieke versies van Euripides en Seneca. In dit onheilspellende stuk stelt hij vragen over de verantwoordelijkheden van individu en samenleving, een vraagstuk dat vandaag de dag weer op scherp staat. Want op welke manier speel je mee als je altijd buiten spel staat?

MEDEA is een voorstelling van
Jean Anouilh tekst
Johan van der Woude vertaling
Ilmer Rozendaal* regie
Bram Van Der Kelen, Naomi Velissariou* & Joren Seldeslachts* spel
Christophe Aussems coach
Karl Philips toneelbeeld
Kishan Singh lichtontwerp, techniek & productie
Jan Meuwissen techniek
Ellen Haesevoets* productie
Christophe Aussems artistieke leiding
Els Gennez zakelijke leiding
Ruth Van Tendeloo communicatie
Ontwerpfabriek 103 website
*stage

Ilmer Rozendaal (°1987) is student aan Regie Opleiding van de Toneelacademie Maastricht. Ze speelde bij de Queeste in HERBRICHT / VOULWAMES en was regieassistente bij LOCKED-IN.

een coproductie met Toneelacademie Maastricht
in samenwerking met TAKT-Dommelhof
met de steun van de Stad Hasselt, de Provincie Limburg en de Vlaamse overheid
met de steun van de provincies Belgisch & Nederlands Limburg in het kader van interregionale samenwerking

Jean Anouilh tekst
Johan van der Woude vertaling
Ilmer Rozendaal* regie
Bram Van Der Kelen, Naomi Velissariou* & Joren Seldeslachts* spel
Christophe Aussems coach
Karl Philips toneelbeeld
Kishan Singh lichtontwerp, techniek & productie
Jan Meuwissen techniek
Ellen Haesevoets* productie
Christophe Aussems artistieke leiding
Els Gennez zakelijke leiding
Ruth Van Tendeloo communicatie
Ontwerpfabriek 103 website
*stage

een coproductie met Toneelacademie Maastricht
in samenwerking met TAKT-Dommelhof
met de steun van de Stad Hasselt, de Provincie Limburg en de Vlaamse overheid
met de steun van de provincies Belgisch & Nederlands Limburg in het kader van interregionale samenwerking

Vrijdag22.04.201120:30OP LOCATIE / Hoek Vissersstraat + Scheepvaartkaai, HasseltUitverkocht
Zaterdag23.04.201120:30OP LOCATIE / Hoek Vissersstraat + Scheepvaartkaai, HasseltUitverkocht
Maandag25.04.201120:30OP LOCATIE / Hoek Vissersstraat + Scheepvaartkaai, HasseltUitverkocht
Donderdag26.05.201121:30Festival INdeMAAK, Maastricht
Vrijdag27.05.201121:30Festival INdeMAAK, Maastricht
Maandag27.06.201122:00ITs Festival, Amsterdam
Vrijdag29.07.201122:00FESTIVAL / Theater aan Zee, Oostende
Zaterdag30.07.201122:00FESTIVAL / Theater aan Zee, OostendeUitverkocht
Maandag01.08.201122:00FESTIVAL / Theater aan Zee, Oostende
Woensdag03.08.201122:00FESTIVAL / Theater aan Zee, OostendeUitverkocht
Vrijdag05.08.201122:00FESTIVAL / Theater aan Zee, OostendeUitverkocht

Ik ben bang, maar niet van hun kreten of bevelen - voor mezelf.

Affiche
Auteur - Jean Anouilh

Jean Anouilh (1910 - 1987) werd geboren in Cérisole, een klein dorpje vlakbij Bordeaux. Zijn vader was een kleermaker, zijn moeder een violiste die het schamele inkomen van het gezin aanvulde door in het zomer-seizoen te spelen bij het casino-orkest van Arcachon.

Anouilh begon als rechtenstudent te studeren in Parijs, maar verliet de universiteit al na achttien maanden om aan de slag te gaan in de reclame-industrie. Hij hield van het werk en leerde er om kort en precies met taal om te gaan. In 1929 werd hij secretaris van Louis Jouvet van de Comédie des Champs-Elysées en schreef in datzelfde jaar zijn eerste stuk, de klucht Humulus le muet. Twee jaar later, in 1931, volgde l'Hermine, waarop Anouilh besloot om voor den brode te gaan schrijven. Hij trouwde tezelfdertijd met actrice Monelle Valentin. Eenvoudig bleek dit niet, want pas in 1937 brak hij door met Voyageur sans bagage.
Tijdens de bezetting bleef Anouilh schrijven. Later kreeg hij kritiek op het feit dat hij noch voor de bezetter noch voor het verzet koos. In 1942 schreef hij zijn Antigone, dat pas twee jaar later zou opgevoerd worden. Bij de bevrijding zette hij zich in voor een medeschrijver, Robert Brasillach, die wel met de bezetter had samengewerkt en probeerde hem voor de doodstraf te behoeden. Zijn inzet bleek tevergeefs en de gebeurtenis zou zijn hele verdere leven kleuren, waardoor hij uiteindelijk mensenschuw werd.
In 1953 trouwde hij met zijn tweede vrouw, Nicole Lançon. Anouilh stierf in 1987 in Lausanne te Zwitserland.

Talentwerking K A D E

Naast het artistieke parcours van de vaste theatermakers van ons ensemble, reserveren we met ons nieuwe zijplateau K A D E regelmatig ruimte voor waardevolle samenwerkingen met prille theatermakers. Binnen de context en het netwerk van ons theatermakershuis werken we in K A D E mee aan de realisatie van hun wilde plannen en artistieke toekomstdromen.


Voor K A D E gaat de Queeste regelmatig coproducties aan met andere theaterhuizen. Zo heeft de Queeste een intense band met Toneelacademie Maastricht. Voortaan zal de Queeste jaarlijks gastheer en mentor zijn van een afstudeervoorstelling van een student van de regieopleiding. Ilmer Rozendaal mag met MEDEA hiermee van start gaan.

Pers

Sombere kust bloeit op theater
Rozendaal wint Ton Lutz Prijs ITs Festival
De Volkskrant (Vincent Kouters) - 1 augustus 2011

"Naomi Velissariou, een studente aan de Maastrichtse Toneelacademie, schiet Anouilhs pijlen af met wonderlijke precisie. Haar twee mannelijke tegenspelers, Joren Seldeslachts en Bram Van Der Kelen, counteren haar gespuw minstens zo overtuigend. " ***
De Standaard (Wouter Hillaert), 26 april 2011

"Rozendaal toont met deze voorstelling dat ze over een treffend vermogen beschikt om repertoireteksten respectvol en relevant te ensceneren. Daarin wordt ze kien bijgestaan door kunstenaar (en scenograaf) Karl Philips. (...) Samen maken ze deze MEDEA tot Rozendaals geslaagd afstudeerproject én tot ontdekkingswaardig locatietheater." ***
Knack (Els Van Steenberghe) - 24 april 2011

 

LIMBURGS TONEELGEZELSCHAP DE QUEESTE VOERT MEDEA OP

Bekijk hier de TVL reportage
TV Limburg (Thomas Vandenreyt), 20 april 2011


MENSEN IN DE MARGE MAG JE NIET VERGETEN:
de Queeste speelt tragische liefdesgeschiedenis MEDEA langs het Albertkanaal

Het Belang van Limburg (Christophe Rutten), 20 april 2011

Interview met Ilmer

Je hebt ooit een essay geschreven over Jean Anouilh. Waarom heb je nu specifiek voor zijn MEDEA gekozen?

In eerste instantie raakt het verhaal me heel erg door het extreme liefdesverhaal dat er in zit, samen met een soort van afscheidsverhaal: het uit elkaar gaan van twee mensen. Dat is een thema dat mij ook persoonlijk gewoon heel erg raakt. Het afscheid in MEDEA is heel mooi: het wordt duidelijk hoeveel ze van elkaar houden, hoewel ze toch op een hele nare manier uit elkaar gaan. De bewerking van Anouilh haalt deze aspecten er nog meer uit. Hij maakt beide personages erg menselijk, door hen begrijpelijk te maken. Zeker Jason, die een erg lange monoloog krijgt waarin hij uitlegt hoe hij het allemaal beleefd heeft.

In tweede instantie heb ik voor deze MEDEA gekozen omdat deze bewerking een stap naar onze tijd toe is, als je het vergelijkt met het origineel van Euripides. Anouilh maakt de mens zelf verantwoordelijk. Niet de goden bepalen hun lot maar zijzelf - en ze worstelen daar ook mee. Ze doen wat ze denken dat ze moeten doen. Wanneer Jason haar verlaat, is haar leven niet meer alles. Jason en Medea zijn medeplichtig aan elkaar, want ze hebben samen moorden gepleegd en vreselijke dingen gedaan. Voor Medea is het dus belangrijk dat ze bij hem kan blijven, omdat ze die daden uit liefde voor hem heeft gepleegd. Zodra die liefde over is, zijn haar daden niet meer gerechtvaardigd, waardoor zij gewoon een slechte mens lijkt te zijn. Daarom wil ze alles vernietigen. Ze wil àlles - of niets.

Belangrijk is ook dat Anouilh ooit is opgekomen voor een collega-schrijver na de Tweede Wereldoorlog. Dit heeft veel invloed gehad op hoe hij de wereld bekeek. Hij bekeek die niet zwart-wit, zoals vele anderen na de oorlog. Hij wilde de mens laten zien, in zijn worsteling tegen dat kwaad: iedereen kan slecht zijn. MEDEA is van die periode.

Wat ik eveneens een fijne aanpassing van Anouilh vind, is dat hij van Medea een zigeunerin heeft gemaakt. Hiermee benadrukt hij dat zij een buitenlandse is, en daarmee een buitenstaander. Ze mag de stad niet in, ze heeft geen huis, maar woont in een woonwagen. Over die woonwagen willen wij het in onze voorstelling niet hebben, maar wel over dat zij iemand is die buiten de samenleving valt. Daarom hebben Karl (Philips; ontwerper toneelbeeld) en ik ervoor gekozen dat ze geen woning heeft. Dat is nu echt iets waardoor je buiten de samenleving valt: je hebt geen recht op bijstand, etc. Als je geen adres hebt waar je ingeschreven staat, ben je eigenlijk niemand.

Als ik aan de figuur Medea denk, denk ik meteen: kindermoord. In deze tekst is dat eigenlijk bijna een detail.

Ze pleegt de moord natuurlijk wel, maar de nadruk ligt in deze tekst niet op wraak. Bij Euripides is dat wel heel erg belangrijk. Daar wil ze Jason zo hard mogelijk straffen door iets te doen wat onmenselijk erg is. Bij Anouilh gaat het er minder om dat ze Jason straft, maar dat ze zelf niet meer kan leven. Daarom pleegt ze ook zelfmoord, wat bij Euripides eveneens niet gebeurt. De nadruk ligt bij Anouilh veel meer op de zelfmoord dan op de kindermoord.

Het wraakgedeelte is bij Anouilh dus echt heel minimaal. Medea verzint het ook niet van tevoren, maar beslist het pas wanneer de kinderen verschijnen, bedenkt ze het plots. Ze wil een totale vernietiging. Nu 'alles' er niet meer is, moet het 'niets' zijn. In het origineel verbrandt ze ook alles. Dat is niet wat wij doen in de voorstelling.

Hoe heb je de acteurs gekozen?

Bram en Naomi ken ik van de Toneelacademie Maastricht. Ik had hen al in mijn hoofd toen ik nog niet wist dat ik het stuk bij de Queeste ging maken. Het was dus toevallig dat Bram tot het ensemble van de Queeste behoort - dat kwam echt heel goed uit. Joren studeert aan het Lemmensinstituut in Leuven en hem had ik al een keertje zien spelen.

Misschien moeilijk om nu al te zeggen, maar wat voor gevoel wil je dat de mensen na de voorstelling hebben?

Dat is iets waar ik al van het begin mee bezig ben. Ik zou willen dat men van slag is. Dat men niet meteen denkt: "Oh, nu ga ik even een koffietje drinken."Dat ze toch vijf minuten nodig hebben om te verwerken wat er gebeurd is. Dat ze toch iets meegemaakt hebben van die grote liefde en het grote afscheid - en dat ze erdoor geraakt zijn.

Met het decor wil ik dat de mensen iets meekrijgen van: Hoe speel je mee als je altijd buitenspel staat? De situatie waarin Medea zich bevindt, is bepalend voor wat ze doet. De verantwoordelijkheid ligt deels bij haarzelf, omdat ze denkt dat ze ervoor moet kiezen om het kwade te doen - en deels omdat ze echt geen kant op kan. Christophe (Aussems) zei ooit dat hij gelooft dat iedereen die klem wordt gezet, in staat is tot wreedheid. Medea is natuurlijk een uitzonderlijk personage, maar tegelijkertijd wordt ze zo klem gezet en in het nauw gedreven, dat ze alleen maar kan terugslaan. Maar ze kan natuurlijk wel iets anders doen, en daar gaat zij als personage in de fout.

Alle personages zitten eigenlijk klem. Daardoor is het echt een verhaal van na de Tweede Wereldoorlog. Ze hebben allemaal bloed aan hun handen en proberen om daar mee om te gaan. Ze proberen eigenlijk een moraal op te bouwen. Wat de mannen in het stuk doen, is zich vasthouden aan die moraal - hoewel dat eigenlijk bijna een illusie is. Ze hebben echt grote moeite om zich vast te houden aan die moraal. In die zin is het echt een heel pessimistische tekst.

Onze visie is anders, omdat we al zo ver verwijderd zijn van de Tweede Wereldoorlog. Bij ons gaat het meer over: wat is onze samenleving? Daarom leggen we ook de link met Ikea in de voorstelling. Het is bijna een bewustwording van wat onze definitie van het leven is - en hoe het is om daar niet bij te horen. In die zin hoop ik dat het publiek beseft van: "Ohja, mijn huis staat ook vol met Ikea." Maar wat als je geen huis hebt? Het is bijna een waarheid, een vaststaand gegeven dat wij allemaal een huis hebben, vol met Ikea-spullen. Maar wie zegt dat het zo blijft? Het is bijna een soort recht dat we ons toe-eigenen. We hebben een inkomen waarmee we dat kunnen betalen. Voor de allerarmste mensen zijn er daar ook spullen die ze kunnen betalen. Stel dat we echt in een enorme economische crisis belanden met zijn allen? Dan gaat dit misschien wel weg. Wat is het dan nog? Dan ben ik wel benieuwd of die moraal nog overeind blijft.

Je trekt dat Ikea-idee ook door naar het toneelbeeld. Daarvoor werk je samen met Karl Philips.

Zijn werk gaat vaak over mensen die gehuisvest zijn buiten de normale samenleving. En dat is exact waar MEDEA over gaat. Het paste gewoon precies.
Toen ik Karl de eerste keer sprak, ontdekte ik dat het een thema is in zijn eigen werk, maar ook in zijn eigen leven. Dat maakt het bijna performanceachtig. Hij kent ook de plekken die niet gangbaar zijn. Hij heeft een kaart gemaakt van de stad waar hij aanduidt waar je gratis kan douchen, etc. Kortom: hoe je kan leven in die stad zonder dat je een eigen huis hebt. Dat is exact wat Medea doet - en dat is een interessant gegeven.
Het gaat bijna zover dat je zegt: wat is een mens? Het komt ook terug in het stuk. Jason zegt op een gegeven moment: "Ik wil ervoor kiezen om weer een mens te worden." Wat is dat dan, een mens? Dan gaat het ook weer over dat men volgens die moraal wil leven, een rustig leven, ergens een plekje waar ik gelukkig kan zijn,... Dat is natuurlijk ontzettend Ikea. Ik maak mijn eigen huisje, ik richt dat huisje in, dan kan ik er fijn in wonen,... Is dat dan het mens-zijn? Het is een eindeloze zoektocht.

Interview: Ruth Van Tendeloo