Adriaan Van Aken
Stijn Devillé
Kaspar

Adriaan Van Aken
Stijn Devillé Kaspar

Adriaan Van Aken
Stijn Devillé
Kaspar

Pinkstermaandag, 1828. Vanuit het niks duikt de zestienjarige Kaspar Hauser op in de Duitse stad Nürnberg. Hij kan keurig zijn naam schrijven. Maar lopen kan hij niet en hij zegt slechts één enkele zin: Ruiter worden, zoals ooit mijn vader was. Toch ontwikkelt Kaspar zich. Langzamerhand herinnert hij zich dingen uit zijn verleden. Dat hij vele jaren in een donker hol heeft doorgebracht. Waar hij eten kreeg van een man die nooit tegen hem sprak. Kort nadat dat bekend raakt, wordt Kaspar in het stadspark vermoord door een onbekende.

Is de mens een ajuin of een kastanje? Wat blijft er over als hij gepeld is: een mooie, blinkende bol of helemaal niets? Het is één van de vragen die onze Kaspar verregaand behandelt. De historische Kaspar Hauserfiguur doet dienst als blinde vlek. Als een gat, dat hoogstnodig gevuld dient te worden. Is Kaspar een Messias die maar beter aanbeden kan worden? Of is hij gewoon een hele goede bedrieger?

Met de tekst Kaspar onderzoeken Stijn Devillé en Adriaan Van Aken het isolement van de eenzame zonderling. Zijn zoektocht naar taal en identiteit. Zijn verhouding tot de buitenwereld. Die hem vooral als een bedreiging beschouwt. Het samen schrijven – wat de twee ook in Immaculata deden – levert uitermate speels, eclectisch tekstmateriaal op. Poëtische hoogstandjes. Afgewisseld met sketchen, grappen en grollen. Altijd op ritme. En hier en daar op rijm.

Heel bijzonder aan deze versie van Kaspar is dat de hoofdrol elke voorstelling door een andere gastacteur gespeeld zal worden. Die wordt volkomen onvoorbereid onze voorstelling ingestuurd. Zijn tekst leest hij af van een autocue. Regieaanwijzingen worden hem ingefluisterd door zijn medespelers. Zo maken we de inhoud van ons stuk alvast ten dele voelbaar: volkomen leeg en oningevuld gedropt worden op planeet Aarde en zien wat daar zoal de gevolgen van zijn...

Braakland/ZheBilding werd door de jury van de Vlaamse Cultuurprijs expliciet gelauwerd voor zijn ensemble van spelers en makers. Tijdens Kaspar zet BZB het ‘groepswerkje’ voorop door een feestelijke ensemblevoorstelling te maken met een grote bezetting.

Een voorstelling van Dirk Buyse, Kris Cuppens, Sara Vertongen, Janne Desmet, Stijn Devillé, Adriaan Van Aken, Els Theunis, Rudy Trouvé, Geert Waegeman en meer dan twintig gastacteurs.

wij waren eens in een rare stemming daarnet
wij dachten we moeten eens kijken wat dat geeft om zoals hauser in een hol te wonen
en niks te zien en met niemand te kunnen spreken
zelfs niet via de telefoon
en toen hebben wij de tafel naar het midden
van de kamer gesleept
en toen hebben wij een groot laken genomen
en daar hebben wij een soortement tent mee gebouwd
waarin wij met moeite rechtop zouden kunnen zitten

we hebben water en brood genomen
oud speelgoed verzameld (een hond zonder oren en een beerke zonder borstkas)
we hebben onze horloges uitgedaan
de tv uitgezet
de telefoon van de haak gelegd
en hebben er onze intrek genomen...

mijn god! sloeg dat even tegen
niks geen rust
niks geen zalige leegte
maar verhoogd bewustzijn
hartkloppingen
oude angsten die naarboven kwamen
en ook
en vooral
heel veel spierpijn
en tromboses
van al dat stilzitten
met kop in kas

UIt 'Kaspar' - première op 26 februari in OPEK, Leuven

Kaspar voor wie meer wil weten

Iets wat wij in onze voorstellling - die slechts losjes op de historische feiten gebaseerd is - in het geheel niet behandelen, is de afkomst van Kaspar Hauser. Wie is dat kind? Wie heeft hem in dat hol gestopt? Bij deze vragen blijft het. Omdat we andere dingen te behandelen hadden, die er voor ons meer toe deden.

Nochtans is "De zaak Kaspar Hauser" erg interessant. Daarom deze pagina, met de nieuwste feiten, inzichten en vermoedens. Want tot op de dag van vandaag, wordt de zaak onderzocht. Lezen maar!

WAT WE VERMOEDEN

of misschien is hij wel de zoon
van een vader
die taalkundig onderzoek wilde doen
die wilde weten wat het eerste woord zou zijn dat iemand spreekt
als hij het niet van een ander te horen krijgt.

Kaspar Hausers afkomst is en blijft een raadsel. Hij moet van goede komaf geweest zijn, aangezien hij een pokkenvaccin gekregen had – iets wat in die tijd enkel bij de zeer gegoeden gebeurde. Gek genoeg is de meest waanzinnige theorie over Kaspars afkomst, waarschijnlijk de correcte.

Vooraf gaat allereerst het vorstendom Baden, dat nu deel uitmaakt van Duitsland. Het ligt op de rechteroever van de Rijn, in het zuiden begrensd door Zwitserland, in het westen door Frankrijk. De bekendste steden zijn Freiburg im Breisgau, Baden-Baden en de oude residentie Karlsruhe.

Op het eind van de achttiende eeuw regeert daar markgraaf Carl Friedrich, een weduwnaar met drie zoons. De oudste, troonopvolger Karl Ludwig, is getrouwd met Amalia van Hessen-Darmstadt en krijgt vier dochters eer hij in 1786 een zoon krijgt, Karl.

Grootvader Carl Friedrich, hertrouwt rond die tijd met de negentienjarige Louise Geyer von Geyersberg. De bruid krijgt een titel, gravin Hochberg, maar deelt niet in het vermogen en de rechten van de vorst, en kinderen zullen van de erfopvolging uitgesloten blijven.

Gravin Hochberg probeert na de geboorte van haar kinderen hun toekomst veilig te stellen. Titels moeten ze krijgen, geld, voorrechten en aanspraak op de troon. Die troon lijkt veraf, maar dat verandert wanneer erfprins Karl Ludwig in 1801 bij het kantelen van zijn reisslee omkomt. Zijn weduwe Amalia gaat op zoek naar een vrouw voor haar enige zoon Karl, op zijn vijftiende troonopvolger geworden.

Napoleon is op dat ogenblik een heleboel Duitse staten aan het dwingen in een federatie,waarvan Baden door zijn grens met Frankrijk een der belangrijkste leden is. Geen betere garantie voor de trouw van het Badense Huis dan een huwelijk. Zelf heeft hij nog geen kinderen maar zijn vrouw Josephine de Beauharnais beschikt over een nichtje, Stephanie, dat hij meteen adopteert en aan Karl toewijst.

Het huwelijk tussen Karl en Stephanie, de 'Napoleonide', wordt in 1806 gesloten. Intussen voert gravin Hochberg een hofguerrilla, waarin zij van de oude Carl Friedrich gedaan krijgt dat haar kinderen de troon mogen bestijgen als in de 'oude linie' de mannelijke nakomelingen zouden ontbreken.

In 1811 overlijdt Carl Friedrich. De vijfentwintigjarige Karl volgt hem op.

PRINS NN

Op 29 september 1812 bevalt de groothertogin van de sinds jaren verwachte zoon, de nieuwe erfprins. Hij is een wolk van een jongen, en zo levenslustig dat de bulletins over zijn gezondheid op de negende dag worden stopgezet. Stephanie weet al hoe hij moet heten, Gaspard (Kaspar), naar een oom die zij vereert, maar omdat die naam in de Badense familie niet voorkomt, stelt men de beslissing uit tot de doop. Napoleon zou, zodra hij Rusland op de knieën heeft gedwongen, peetvader worden.

Na twintig jaar vechten voor haar kroost lijkt gravin Hochberg het van la Fille de France te hebben verloren.

Toen zou er iets gebeurd zijn, een wanhoopsdaad van de gravin. Zij zou het prinsje verwisseld hebben met een andere baby. De praktische mogelijkheid bestond. Gravin Hochberg had haar getrouwen, zeker in een tijd dat van het Russische front slecht nieuws kwam, wat de positie van Napoleons stiefdochter verzwakte. Een motief had de gravin eveneens, zij zou Karl met zijn zoontje kunnen chanteren en hem kunnen dwingen om haar kinderen de rechten toe te staan die hij in het vooruitzicht had gesteld. Ook was zij er impulsief en onevenwichtig genoeg voor (zij moest een paar jaar later onder curatele worden gesteld).

In de morgen van 16 oktober 1812 horen bedienden uit de kinderkamer het aanhoudende gejammer van de baby zonder dat hij geholpen lijkt te worden. Wanneer ze binnengaan treffen ze de twee verzorgsters in diepe slaap aan: zelfs het praten van de bedienden horen ze niet, ze moeten op hun stoelen worden wakker geschud. De eerste arts die in de buurt is, stelt de diagnose hersenvliesontsteking . Het loopt met de jongen al op het eind. Zijn min wordt bij haar aankomst niet meer tot hem toegelaten. 's Nachts heeft zij hem nog gezoogd en was hij volgens haar 'gesund wie immer'.

De toestand is te kritiek om de hofkapelaan af te wachten zodat een verzorgster de nooddoop toedient zonder de baby een naam te geven. Op de achttiende dag van zijn leven sterft prins NN. De Franse gezant, die de zaak niet vertrouwt, vraagt een autopsie: de hersens zijn een bloederige moes, maar men treft geen vergif aan.

Heeft niemand gezien dat het een ander kind is? Stephanie en de min, de enigen die met gezag kunnen spreken, krijgen de zieke en gestorven baby niet te zien.

Waar haalde gravin Hochberg zo gauw een jongen van dezelfde leeftijd als het prinsje vandaan? Het duurt een eeuw voor iemand de doopregisters onderzoekt. Slechts één kind komt in aanmerking, Johann Blochmann, op 26 september 1812 geboren, drie dagen voor prins NN. Zijn vader werkte in een fabriekje van de gravin, was haar zeer toegedaan en werd korte tijd later in haar hofhouding opgenomen. Zonder dat iemand argwaan kreeg kon de baby uit het paleis in het gezin Blochmann worden geplaatst.

Drie kinderen: prins NN, Johann Blochmann en Kaspar Hauser. Een levende Blochmann zou administratieve sporen hebben nagelaten, maar hij heeft geen school bezocht, geen vak geleerd, geen communie of belijdenis gedaan, niets. Na zijn geboorte komt hij pas weer voor in een overlijdensregister, precies gelijktijdig met de dood van Kaspar Hauser, en die notitie is flagrante fraude. Zo vermeldt ze dat hij als grenadier in een bepaald Beiers regiment diende, hoewel in de Beierse legeradministratie van die tijd nergens een Blochmann voorkomt. Maar de onbestaande man moest op papier sterven omdat anders, bij oproeping voor zijn dienstplicht, aan het licht zou komen dat Blochmann sinds zijn geboorte geen teken van leven meer gegeven had. En geschrijf daarover kon in een tijd dat heel Europa over Kaspar Hausers afkomst speculeerde, beter achterwege blijven.

In 1812 kon nog niemand de noodzaak van zulke kunstgrepen voorzien. Het ontvoeren en verbergen van NN is overduidelijk een improvisatie geweest. De gravin was geen vrouw voor een breed uitgewerkt plan en nog minder - hoe zwart zij ook is afgeschilderd - voor een moord. Veel moet anders zijn gelopen dan verwacht. Het begon er al mee dat het officiële overlijden van het prinsje de waarde van het gestolen kind als drukmiddel verminderde, zodat men misschien met hem verlegen zat. Bij de Blochmanns was hij goed onderdak, maar toen zijn pleegmoeder, pas 34 jaar, in januari 1815 aan tbc overleed, moest er opnieuw worden geïmproviseerd.

Het kind werd na enige tijd geparkeerd op een afgelegen landgoed in Beieren. Men sloot hem op in een verborgen ruimte van het huis, waar hij jarenlang niemand te zien kreeg. In 1818 stierf groothertog Karl van Baden, 32 jaar oud. Zijn oom Ludwig besteeg de troon, nadien opgevolgd door de oudste zoon van gravin Hochberg.

PRINS NN

Op 29 september 1812 bevalt de groothertogin van de sinds jaren verwachte zoon, de nieuwe erfprins. Hij is een wolk van een jongen, en zo levenslustig dat de bulletins over zijn gezondheid op de negende dag worden stopgezet. Stephanie weet al hoe hij moet heten, Gaspard (Kaspar), naar een oom die zij vereert, maar omdat die naam in de Badense familie niet voorkomt, stelt men de beslissing uit tot de doop. Napoleon zou, zodra hij Rusland op de knieën heeft gedwongen, peetvader worden.

Na twintig jaar vechten voor haar kroost lijkt gravin Hochberg het van la Fille de France te hebben verloren.

Toen zou er iets gebeurd zijn, een wanhoopsdaad van de gravin. Zij zou het prinsje verwisseld hebben met een andere baby. De praktische mogelijkheid bestond. Gravin Hochberg had haar getrouwen, zeker in een tijd dat van het Russische front slecht nieuws kwam, wat de positie van Napoleons stiefdochter verzwakte. Een motief had de gravin eveneens, zij zou Karl met zijn zoontje kunnen chanteren en hem kunnen dwingen om haar kinderen de rechten toe te staan die hij in het vooruitzicht had gesteld. Ook was zij er impulsief en onevenwichtig genoeg voor (zij moest een paar jaar later onder curatele worden gesteld).

In de morgen van 16 oktober 1812 horen bedienden uit de kinderkamer het aanhoudende gejammer van de baby zonder dat hij geholpen lijkt te worden. Wanneer ze binnengaan treffen ze de twee verzorgsters in diepe slaap aan: zelfs het praten van de bedienden horen ze niet, ze moeten op hun stoelen worden wakker geschud. De eerste arts die in de buurt is, stelt de diagnose hersenvliesontsteking . Het loopt met de jongen al op het eind. Zijn min wordt bij haar aankomst niet meer tot hem toegelaten. 's Nachts heeft zij hem nog gezoogd en was hij volgens haar 'gesund wie immer'.

De toestand is te kritiek om de hofkapelaan af te wachten zodat een verzorgster de nooddoop toedient zonder de baby een naam te geven. Op de achttiende dag van zijn leven sterft prins NN. De Franse gezant, die de zaak niet vertrouwt, vraagt een autopsie: de hersens zijn een bloederige moes, maar men treft geen vergif aan.

Heeft niemand gezien dat het een ander kind is? Stephanie en de min, de enigen die met gezag kunnen spreken, krijgen de zieke en gestorven baby niet te zien.

Waar haalde gravin Hochberg zo gauw een jongen van dezelfde leeftijd als het prinsje vandaan? Het duurt een eeuw voor iemand de doopregisters onderzoekt. Slechts één kind komt in aanmerking, Johann Blochmann, op 26 september 1812 geboren, drie dagen voor prins NN. Zijn vader werkte in een fabriekje van de gravin, was haar zeer toegedaan en werd korte tijd later in haar hofhouding opgenomen. Zonder dat iemand argwaan kreeg kon de baby uit het paleis in het gezin Blochmann worden geplaatst.

Drie kinderen: prins NN, Johann Blochmann en Kaspar Hauser. Een levende Blochmann zou administratieve sporen hebben nagelaten, maar hij heeft geen school bezocht, geen vak geleerd, geen communie of belijdenis gedaan, niets. Na zijn geboorte komt hij pas weer voor in een overlijdensregister, precies gelijktijdig met de dood van Kaspar Hauser, en die notitie is flagrante fraude. Zo vermeldt ze dat hij als grenadier in een bepaald Beiers regiment diende, hoewel in de Beierse legeradministratie van die tijd nergens een Blochmann voorkomt. Maar de onbestaande man moest op papier sterven omdat anders, bij oproeping voor zijn dienstplicht, aan het licht zou komen dat Blochmann sinds zijn geboorte geen teken van leven meer gegeven had. En geschrijf daarover kon in een tijd dat heel Europa over Kaspar Hausers afkomst speculeerde, beter achterwege blijven.

In 1812 kon nog niemand de noodzaak van zulke kunstgrepen voorzien. Het ontvoeren en verbergen van NN is overduidelijk een improvisatie geweest. De gravin was geen vrouw voor een breed uitgewerkt plan en nog minder - hoe zwart zij ook is afgeschilderd - voor een moord. Veel moet anders zijn gelopen dan verwacht. Het begon er al mee dat het officiële overlijden van het prinsje de waarde van het gestolen kind als drukmiddel verminderde, zodat men misschien met hem verlegen zat. Bij de Blochmanns was hij goed onderdak, maar toen zijn pleegmoeder, pas 34 jaar, in januari 1815 aan tbc overleed, moest er opnieuw worden geïmproviseerd.

Het kind werd na enige tijd geparkeerd op een afgelegen landgoed in Beieren. Men sloot hem op in een verborgen ruimte van het huis, waar hij jarenlang niemand te zien kreeg. In 1818 stierf groothertog Karl van Baden, 32 jaar oud. Zijn oom Ludwig besteeg de troon, nadien opgevolgd door de oudste zoon van gravin Hochberg.