In zijn essay Het Plezier van de Tekst vraagt de Franse semioloog Roland Barthes zich hardop af of niet alle verhalen op Oedipus teruggaan? Of vertellen niet altijd wil zeggen 1) je oorsprong zoeken 2) je geschillen met de wet zeggen 3) in de dialectiek van vertedering en haat treden? 


Deze vraag (niet voor niets giet Barthes zijn uitspraak in een vraag) lijkt gelijk te lopen met het antwoord dat dramaturge Liz Lecompte (The Wooster Group) gaf toen men vroeg wat voor haar theater was. Ze verwoordde het als volgt: voor mij is theater 1) een derde 'autobiografie' 2) een derde 'kroniek' (de kunstenaar die zich positioneert in maatschappij en geschiedenis, tijd en ruimte,...) en 3) een derde 'vorm'.

Een even eenvoudige als ingenieuze uitspraak die wij zelf (en veel collega-theatermakers met ons) graag gebruiken om ons werk mee te duiden of te positioneren tegenover dat van anderen.

Wie de drie kernbegrippen (autobiografie, kroniek, vorm) uit Lecomptes uitspraak, verdeelt over de punten van een driehoek, ziet namelijk een interessant spanningsveld ontstaan. Een ruimte waarin je kunstwerken kan droppen om te kijken waar ze zich bevinden. Wat ze over de kunstenaar in kwestie vertellen en wat over de wereld. En of hij / zij er afdoende in geslaagd is om ons daar deelgenoot van te maken (door de juiste vorm te hanteren). Met dit model kan je kunstenaars 'betrappen' op pakweg een gebrek aan autobiografie (onkwetsbaar) of een teveel aan kroniek (prekerig) of vorm (hermetisch). Goede kunst bevindt zich - niet altijd, maar toch heel vaak - in het centrum van de driehoek. De plek waar ook wij meestentijds op mikken: het snijpunt tussen autobiografie, kroniek en vorm. Maar wat zegt dat over ons?

Wie Roland Barthes' Oedipusvraag als uitgangspunt neemt om zijn artistieke zelf (of zijn artistieke organisatie) nader te beschouwen, zal zien hoe Barthes in alles net iets verder gaat, iets dieper vooral. Hoe hij alles complexer, en daardoor levendiger en waarachtiger maakt. Door zijn eigen persoonlijkheid mee in de strijd te gooien. Vorm wordt bij Barthes een dynamisch gegeven, constant aan verandering onderhevig, én met een verrassend rijke gevoelslaag ook: de kunstenaar die 'in de dialectiek van vertedering en haat treedt'. Ook autobiografie is geen vaststaand iets, geen eenvoudige optelsom van iemands kwaliteiten en gebreken, maar een actieve zoektocht naar oorspronkelijkheid. Wie ben ik? Waar komen wij vandaan? Kroniek tenslotte krijgt een strijdbare dimensie mee, waarbij de taal als wapen dient om 'je geschillen met de wet te zeggen'. De wet - we're talking Oedipus, baby!- hoeven we daarbij niet alleen als 'de staat' of 'de macht' te zien (koning Laios), maar kan ook op autobiografisch niveau beleefd worden als 'het gevecht met de vader'. Niet alleen bij de Oude Grieken, maar doorheen de geschiedenis de basis voor heel veel goede literatuur, voor heel veel goed theater ook.

Wat ons mission statement (en nagenoeg alle mission statements ter wereld) mist, is een binnenwereld, een zijnsdimensie, een diepere bestaansreden. In één woord: de uitdrukking van onze identiteit (want dat is waar 'zijn' over gaat: over identiteit). Iets dat begrippen als 'artist run' en 'community based', die naar een beleid of een aanpak verwijzen waar wij effectief sterk voor voelen, van de nodige 'body' voorziet. Van een buffer tegen de uitholling ervan (een proces dat nu reeds is ingezet, terwijl de missie amper is gelanceerd).

Daartoe moeten ook wij onszelf, onze persoonlijkheid (in al zijn complexiteit) in de strijd durven gooien. Bekennen hoe weerloos we zijn, hoe machteloos ook. Zijn wie we maar zijn. Een optelsom van individuen. Van kleine, bange, onnozele, kwetsbare hoopjes mens, die binnen onafzienbare tijd ook nog eens finaal tot as zullen vergaan. Vanuit dat debacle spreken, vanuit dat failliet. Want ook daar gaat kracht van uit. Meer dan je voor mogelijk houdt.

Wat wij in ons theater alvast dapper proberen te doen is een eigen taal hanteren. Ons niet verschuilen achter de brede ruggen van Shakespeare, Tsjechov en andere Oude Grieken. Maar woorden gebruiken, klanken en beelden ook, materiaal van hier en nu.

Een tweede belangrijk verschil tussen Liz Lecompte en Roland Barthes is dat die laatste geen antwoord formuleert op de vraag wat 'theater' betekent. Hij vraagt zich af wat vertellen betekent. Niet alleen musiceren, schrijven of acteren, maar vertellen. Dat lijkt een constant terugkerend kenmerk te zijn van wie wij zijn. Van ons gezelschap. Of huis. Want gezelschappen wonen... in huizen. Wij zijn vertellers.

Vertellen is bij ons vorm en inhoud tegelijk. Omdat we er ver in gaan. Omdat we er vakkundig in zijn. Omdat we iets te vertellen hebben. Omdat de tijd wegtikt terwijl we er bij staan (vooral die van Christel) en in plaats van simpelweg de tikken te tellen, brengen we een verhaal te berde. Om al die eindigheid minder gênant te maken. Om die eindigheid productief te maken. En om te zetten in misschien wel het mooiste wat er bestaat. De kunst die de tijd stil doet staan. De kunst van het hier en nu.

De ene verteller nu, hanteert daarbij microfoon en montageapparatuur, de andere schrift en balpen. De ene verteller zuigt de verhalen schaamteloos uit eigen duim, de ander tekent ze gedienstig op uit de mond van anderen (omdat luisteren voor een verteller net zo belangrijk is als praten). Vaak resulteert het in voorstellingen. Een andere keer in literatuur, stripverhaal of debatavond. In nagenoeg alle gevallen is er muziek mee gemoeid. Heel vaak krijgt die het laatste woord. Altijd zijn er anderen bij aanwezig. Jij. Jullie. Het publiek. Want vertellen, dat geschiedt in dialoog. Adriaan Van Aken, in opdracht van de artistieke staf

 

WAARDEN

Als ik aan waarden denk, denk ik altijd meteen aan vriendelijk zijn. Wegens relatief haalbaar en dagelijks toepasbaar. Beleefdheid en respect. Ook niet slecht. Het vredesproces. Vrede als dynamisch gegeven, als actief rekening houden met elkaar. Trouw zijn. Ook aan jezelf. De waarheid nastreven. Of bij gebrek aan waarheid, datgene wat op waarheid lijkt: waarachtigheid. Zoveel mogelijk te vermijden? IJdelheid. Na te streven: eigenheid. Ook alle grote waarden zijn en blijven natuurlijk een na te streven, maar iets moeilijker haalbaar doel. Vrijheid. Gelijkheid. Rechtvaardigheid. Liefde.