Terwijl ik mijn traject begin uit te schrijven, speelt er 'Leven na de dood' van Freek De Jonge op de radio… Straf. "

Na de dood. (Na de dood)

Na de dood. (Na de dood)

Er is leven, Er is leven na de dood."

Ik mag meewerken aan Paradise Blues. Bij de aanvang van mijn stage bij Het nieuwstedelijk was dat één van de voorstellingen die mijn interesse meteen prikkelde.

Theatermaakster Jessa Wildemeersch vertrok vanuit een fascinatie voor persoonlijke verhalen. Een fascinatie die ik deel en waar ik verder iets mee wil doen. Jessa ging in gesprek met mensen over het leven. Over wat daarna komt. En wat dat zegt over het leven nu.

Met Paradise Stories zet ik deze boeiende reis verder. Ik ontmoet mensen van verschillende leeftijden, culturen, religies en sociale groepen. Los van hun achtergrond ben ik benieuwd naar hun verhaal. Wie ze zijn. En waar ze naar zoeken.

Geloven ze in een hiernamaals?

Wat zegt dat over hun hiernumaals?

Wat is hun Paradijs?

Is dat aards, hemels of ergens in een andere dimensie?

De uitwerking van mijn idee begint bij het versturen van een e-mail, die ik vrij beredeneerd verzend naar mensen en organisaties waarvan ik hun verhaal wil ontdekken, maar waar ik vooral van denk dat zij 'goed' zijn om mee te spreken over het hiernamaals. Ik neem contact op met religieuze gemeenschappen, cultuurplatformen, filosofen, ethici, muzikanten, beeldende kunstenaars,… Met enthousiasme, maar zekere voorzichtigheid wacht ik reacties af. Wanneer blijkt dat die sneller en in grote getale komen, begin ik met veel goesting mijn agenda vol te plannen met interviews.

Het thema lijkt mij op een vreemde manier ook toegankelijk te zijn. 'Het hiernamaals', of liever 'Het Paradijs'.. Iedereen zal daar wel iets over te zeggen hebben, toch?

Gesprekken werden ervaringen.

Ervaringen die ik graag met jullie deel.

Ik hoop dat dit project mensen kan verbinden.

Markus

Op 22 oktober begin ik mijn reis bij Markus. Ik kom bij hem terecht via de Hindoeïstische gemeenschap van de KU Leuven. Hij is daar vertegenwoordiger. We hebben alvast één ding gemeen: hij studeert Sociaal Werk en ik ben sociaal werker.

Naar zijn voorstel spreken we af in het Wereldcafé.

Toepasselijk.

Leuke plek ook.

Hij komt iets later dan verwacht, wat mij op mijn gemak stelt. Wanneer hij binnenkomt, herken ik hem van ziens. Hij draagt altijd lange kleren en heeft een sympathieke lach.

 "We beginnen bij het begin", zeg ik. Ook al weet ik niet wat het begin dan wel moet zijn. Ik vertel dan maar vanuit welke fascinatie ik dit project doe en dat ik op zoek ben naar visies op het hiernamaals. Ik verlies al snel mijn richtvragen uit het oog. Ik besef weer dat ik zo graag mensen en hun verhalen ontmoet.

Later krijgt de zin "We beginnen bij het begin", een andere connotatie. Volgens het Boeddhisme is er geen echt begin in het leven.

 "Het leven is een cyclus,

waarin verschillende levens elkaar opvolgen.

Tot de bevrijding bereikt is.

Het mooie is

dat elke mens die bevrijding bereikt."

 Trui 

"Ge krijgt er mee te maken.. iedereen gaat dood."

Dat moet één van de eerste zinnen geweest zijn tijdens mijn gesprek met Trui.

Ik zat ooit in haar les filosofie.

Zij vooraan, achter zo'n desk met microfoontje.

Ik in de aula, ergens in 't midden.

 

 


Vandaag zitten we samen in OPEK. Ze vertelt mij over haar studies en jarenlange loopbaan in de filosofie. Hoe ze dat studeerde alsof het geschiedenis was. Dat ze in het dagelijks leven geen grote filosoof is. En dat ze dus ook niet veel nadenkt over de dood en wat daarna komt.

Ik vraag wat voor haar belangrijk is in dit leven.

“Mijn naaste omgeving”, zegt ze. “Mensen die belangrijk zijn (geweest) in ere houden. Dat het leven deel is van een groter geheel. Uw afstamming. En dat het belangrijk is om dat te koesteren.”

 

Een eigen Paradijs heeft ze niet

Het zou een Paradijs voor ons allen zijn

Zoeken naar verbindingen

Het gezamenlijke.

Ik merk dat ik nog meer dan anders denk aan mijn overleden grootouders. Ik denk altijd veel na, maar dit project doet mij nog op een andere manier stilstaan. Ik ben mij bewust van de schoonheid van dit thema en dat je mensen op verschillende manieren kan bereiken. Ik kom los van de e-mail die ik verstuurde en besluit het ook eens over een andere boeg te gooien. Ik denk na over een andere manier om mensen te bereiken. En dan is er een idee. Heel plots. Alsof het idee op zichzelf kwam in plaats van ik op het idee.

Tatoeages. Het lijkt mij een boeiende manier om het met mensen te hebben over het hiernamaals. Ik doe een oproep naar mensen die een dierbare verloren en hen wilde vereeuwigen via een tatoeage. Althans, dat was mijn interpretatie. Dat die dierbaren een soort vervolg krijgen aan hun bestaan. Uitgedrukt in woorden, beelden, symbolen die van persoonlijk belang zijn. Met de achterliggende gedachte deze mensen er altijd bij zijn, meegenomen worden in het leven van een geliefde. De reacties op mijn oproep zijn overweldigend.

Sybren

Via mijn oproep ontmoet ik 5 mensen die met mij over hun tatoeage willen praten. Sybren is de eerste. Hem ontmoet ik online. Hij is geen theater-fan en ik kan hem niet overtuigen om naar Paradise Blues te komen kijken, maar hij is wél geïnteresseerd in mijn project.

Hij gelooft niet in een God. Wel in een hiernamaals.

 

 

“Er moet iets zijn als ge van de aardbol verdwijnt.

Het is niet zwart na de dood

Maar wit

Een nieuw leven.”

  

 

 Jef

Jef en ik ontmoeten elkaar in OPEK.
Een koffietje en een groene thee.
Ik mag zijn 'koekske' hebben.
We blijken allebei sociaal werkers te zijn.

Hij vertelt over de zelfmoord van zijn opa. Over de kwaadheid, het verdriet en de teleurstelling. Hoe oneerbiedig hij het vindt om alleen dat ene aspect van hem te herdenken.

Maar ook over geluk.
Geluk om wat het hem leerde.
Om wat hij anders niet zou zijn.
Zelfbewust en content.

Conscient.

Myriam

Ook Myriam is één van de mensen die reageert op mijn oproep. Myriam en ik kennen elkaar al. Jarenlang zetelde ze samen met mijn grootmoeder zaliger in de gemeenteraad als CD&V – lid. Maar ook is ze de tante van mijn lief. Ze ontvangt mij ‘thuis’. Ik voel mij al snel ‘op mijn gemak’.

Myriam is mama van drie kinderen, maar kreeg niet de kans om ze alle drie te zien opgroeien. Haar eerste zoontje Bram, ‘Brammeke’ verloor ze aan wiegendood in 1985. In 2002 overleed haar tweede zoon, Gerrit, die uit het raamgat van zijn slaapkamer viel. Rond diezelfde tijd werd bij haar man kanker gediagnosticeerd. Hij overleed enkele jaren na Gerrit. Een paar jaar geleden kreeg Myriam zelf kanker. Ondertussen is ze daar voorgoed van genezen.

Vandaag vertelt ze er over alsof als 'een deel van haar leven’. Geen spijt, geen schuldgevoel. Vrede met wat er nu is en een relativeringsvermogen om U tegen te zeggen.

“Het maakt uw leven in een bepaalde zin gemakkelijker. Als ik mijn broek scheur of ik slaag nekeer mijn voet om, bij wijze van spreken, denk ik: 'Och God, wat is dat?' Ge kunt u ook wel gemakkelijker inleven in wat andere mensen meemaken. Hoe erg het soms moet zijn. Neemt niet weg dat ik er niet meer aan denk, hé. Er gaat geen dag voorbij... En bezorgd ben ik wel. Dat het mij nog eens zal overkomen.”

Over Brammeke

“Toen Brammeke stierf, is mijn leven in twee gesneden. Er is een leven voor Brammeke en er is een leven na Brammeke. Het is een soort referentiepunt voor dingen in mijn omgeving. Als ik een herinnering heb, maakt mijn hoofd automatisch de denkoefening: ‘toen was Brammeke er nog’. Op alle manieren denk ik er aan. Dat blijft.” 

Ik probeer op één of andere manier te vragen hoe Myriam omging met het overlijden van Brammeke. Of hij er op één of andere manier nog bij was of nog steeds is.

"In 't begin geloofde ik sterk

Maar hoe ouder ik word

Hoe meer ik denk

Dat als wij sterven

Het gedaan is."

 

“We zijn daar in grootgebracht, hé. Die voorstelling van hemel en hel. Toen Brammeke juist gestorven was vertelde een Mormoonse priester mij dat God aan alle moeders de kans geeft om hun kinderen op te voeden. Hetzij hier op Aarde, hetzij in het hiernamaals. Die kon dat met zo’n overtuiging zeggen. Dus ik leefde op de hoop dat ik dat manneke ging terugzien. Op dat moment was dat een houvast. Na een tijd verzwakt dat.”

Ik vraag mij af hoe haar oudste kind, Tine, met dit verlies omging. Kinderen zijn zo onbevangen, dus gaan er ook anders mee om, denk ik.

“Kinderen verwerken dat inderdaad op hun eigen manier. Een vriendin heeft mij enkele jaren geleden iets verteld dat ze vroeger niet durfde zeggen. Ons Tine ging vaak spelen bij het dochtertje van mijn vriendin en blijkbaar speelden die begrafenis. Eén van de twee ging onder de salontafel liggen en de ander zat ernaast, te rouwen. Ze gingen dan zelf bloemetjes plukken, legde die op het tafeltje en namen er een foto van. Dat zal haar manier geweest zijn om er mee om te gaan.”

En dan stierf Gerrit, dacht ik. Nog voor ik er zelf over probeerde beginnen, vertelde Myriam honderduit. Ik luister met bewondering.

"De dag dat Gerrit stierf, was ik heel kwaad. Het was de dag van Maria, mijn beschermheilige. Toch had zij mijn zoon van mij afgenomen. Tijdens de begrafenis kon ik dat Heilig beeld niet aankijken. Ik weet nu dat ik heel veel pech heb gehad. Ze zeggen wel eens: “God straft u”. Maar waarom zou God mijn kinderen afnemen? Of keelkanker geven? Ik had niets misdaan. Mijn geloof in God als schepper of Heilige die beslist over leven en dood, verdween.”

Zijn er waarden uit het Christendom waar je wel nog aan vasthoudt?

"Ja, ik geloof wel in Jezus en dat dat nen hele goeie mens was. Die 10 geboden, bijvoorbeeld. Die zijn prachtig. Ik vertaal die naar de huidige tijd en probeer er naar te leven. Die verhalen uit De Bijbel zijn eigenlijk heel actueel en ook deel van onze cultuur. Dat bewustzijn is een beetje verloren, denk ik. Ik probeer er toch naar te leven omdat het stabiliteit kan brengen. Zoals zondag rustdag. Het is al jachtig genoeg tegenwoordig.”

Over de vraag wat haar Paradijs is, hoeft ze niet lang na te denken.

"Mijn Paradijs

Het geluk in bijzijn van mijn kleinkinderen

En dat die allemaal gelukkig en gezond zijn

Onlangs zijn we 2 dagen naar Nederland geweest

Dat was zo zalig”

En zijn Gerrit en Brammeke er dan ook bij?

“Als ik een kerk tegenkom, steek ik een kaarsje aan. Niet dat het iets zal veranderen, maar het geef mij rust. Heel soms praat ik wel eens tegen onze Gerrit of tegen mijn vader, Vokke. Hij was en is de belangrijkste man in mijn leven. Dan zeg ik wel eens: “Alez Vokke, zorgt nekeer dat alles in orde komt.”

De Ruimtevaart

Ik heb een afspraak in De Ruimtevaart, een buurtwerking in Leuven. Een plek waar mensen actief samenwerken aan een wereld zonder armoede.

Armoede is een thema dat mij fel op het lijf zit. Het was belangrijk voor mij om een organisatie als De Ruimtevaart te bereiken. Enerzijds vanuit een algemene gedrevenheid om drempels tot participatie in de brede zin te verlagen. Anderzijds vanuit de idee dat het mij weer andere inzichten geeft. Deze mensen hebben meestal ook al 'iets' meegemaakt. Het laatse wat ik wil is hen in hokjes duwen, maar ik merk gewoon dat ik met 'deze mensen' open en verrijkende gesprekken heb. Gesprekken die heel natuurlijk aanvoelen. Omdat ze ‘gewoon’ zijn en gewoon ‘zijn’. Het is een verademing. En ik merk dat zij ook blij zijn om hun verhaal te delen.

Ik eet eerst mee met alle bezoekers. Tussen de vol-au-vent, koude schotels en pompoensoep door laat ik vallen waarover mijn project gaat. Aden, Marie - José, Victor, Jeannine, Vera en Aileen staan open voor een gesprek. Heerlijk. Na het eten spreek ik eerst met Aden, Victor en Jeannine. Al snel sluiten Marie – José en Vera aan.

Victor geeft mij een kant en klare quote over een hiernamaals, hemel, Paradijs of andere dimensie, waarin zowel waarheid als humor schuilen.

Er zijn meer planeten dan enkel de Aarde

En ook op Aarde is er meer dan alleen

de Diestesteenweg.

Marie – José heeft er geen erg in dat ik haar registreer en laat mij binnen in haar wereld. Ze woonde lang in Congo, maar is verhuisd naar België door de slechte situatie thuis. Toen haar werkgever Sabena failliet ging, geraakte ze in nen arme put. Het werd alleen maar erger toen haar man begon te drinken. Ze drukt mij op het hart dat het ne cadeau is dat God mij een goed gezin en een goed lief gaf. Dit zegt ze ook:

 

"Al het goede is ne cadeau van God.

Ge zijt een prachtig meiske."

“Dank u wel, dat is heel lief”, antwoord ik.

"Ge moet God bedanken.

Die heeft u mooi gemaakt."

Ze heeft gelijk. Ik ben een gelukzak. Ik heb geluk gehad.

 

Over het hiernamaals heeft ze een heel duidelijk idee.

 

“Niemand is teruggekomen

Dus onze geest

Is in de hemel

Bij god.

 

Het is daar goed

En helemaal goud”

 

"En God?

Hij is mijn Vader

Heel mijn leven

Heeft hij voor mij gezorgd

 

"Wees in geen ding bezorgd,

Ik werp u alles toe", zegt Hij.

Dat is zo.

Als ge er in gelooft.”

Met een goed gevoel en een stukje hemel rijker stap ik buiten. In de vastberadenheid om nog eens terug te gaan. In de hoop dat ik dat ook effectief ga doen… Ja, ik ga dat gewoon doen!

Njanshi en Sam 

 

Markus, de man bij wie mijn reis van verhalen begon, stelde voor om diezelfde week naar een tentoonstelling te gaan in Pangea, een ontmoetingscentrum in de Maria Theresiastraat. Een tentoonstelling over de Bahà´í, de jongste religie van de wereld, zo blijkt. Ze vieren de 200ste verjaardag van hun profeet Bahá'u'lláh.

Op de tentoonstelling ontmoet ik Sam en Njanshi, een jong koppel dat zich Bahá´í verklaarde enkele jaren geleden. We spreken af dat we elkaar nog eens ontmoeten voor een gesprek. Zodoende.

Njanshi ontvangt mij bij hen thuis in Leuven. We babbelen over waar ze vandaan komen Hun geloof Het hiernamaals Vrouwendingen Ik mag blijven eten.

Sam is geboren in België. Zijn moeder is Belgische en zijn vader kwam als religieus vluchteling uit Iran naar hier. Beiden zijn Bahá´í. Hij studeerde Sociaal Werk gestudeerd, maar raakte op een gegeven moment vast in een duaal leven. Hij ging uit en kwam in contact met mensen die niet heel zuiver waren. Uiteindelijk koos hij ervoor om na zijn studies een sabatjaar te nemen. Hij kwam terecht in Israël en ging vrijwillig als securitygard werken bij het Wereldcentrum van de Bahá´í-gemeenschap. Daar kwam hij tot zichzelf ondervond dat hij zich Bahá´í wilde verklaren. 

 

 


Ik wil graag wat meer weten over het Bahá
´í geloof. Waarvoor zij staan, hoe je deel wordt van de gemeenschap. Dat soort dingen.

“Als je ouders Bahá´í zijn, ben je dat automatisch ook. Alleen kan je op de leeftijd van 15 jaar er voor kiezen om je echt Bahá´í te laten verklaren. Doe je dat niet, ben je geen Bahá´í meer. Bahá´ís geloven dat er maar 1 God is en dat alle religies een ander aspect hebben van die God. God is onkenbaar, maar we hebben wel de mogelijkheid om God beter te leren kennen door zijn manifestaties.”

Njanshi wist om haar vijftiende nog niet waartoe ze zich wilde verbinden. Ze werd geboren in Nederland. Haar moeder is Nederlandse en Bahá´í, haar vader is Sri Lankaans en Hindoe. Toen ze 22 werd, besloot ze naar Engeland te gaan voor een Masterstudie. Daar woonde ze samen met een Bahá´í. Van haar leerde ze dat het niet uitmaakt waar je je toe verklaar. Of je nu Bahá´í bent of niet. Zolang mensen samenwerkten, gebeuren er goede dingen. Alle principes waarmee Njanshi opgroeide, kregen opeens een gezicht. Dus besloot ze zich uiteindelijk Bahá´í te verklaren.

Ik zit in het eenpersoonszeteltje, mijn sokkendragende voeten op het tapijt. Eén van de kleine gelukjes in mijn leven. We praten met elkaar terwijl Njanshi kookt voor mij.

“Je bent vegetarisch, toch? Ik heb wraps, groenten en kaas, stinkkaas. Oh, ook gewone! Da’s beter. Is het goed als we gewoon op de grond zitten?” (steekt kaarsjes aan) Ik had er al op gehoopt. Gezellig.

“Nu ja, de dood…Ik weet er niets van. Erover denken vind ik eng. Ook mysterieus. Moest dat mysterie er zijn, zouden mensen vaker weggaan, denk ik.

Het leven begint in de baarmoeder. Zo zit het hiernamaals ook in elkaar, volgens mij en ons geloof. We ontwikkelen spirituele kwaliteiten op Aarde die we nodig hebben in een volgend leven. Zo komen we dichter bij God."

Je kan Hem zien

In mensen

In hun tranen

Een lach

God is liefde

God is overal

Ik vraag mij af of God volgens de Bahá´í mensen vergeeft voor hun zonden. Of de regels heel strikt zijn. We komen tot een interessant gesprek over de slechte gebeurtenissen in de wereld. Ze vertelt mij iets dat ik zo ‘schoon’ vind. Iets wat mij zal bijblijven.

"Dat een slechte situatie enkel voortkomt uit het goede dat weggenomen is.

Als je een kamer donker maakt, voeg je donker niet toe, maar neem je het licht weg.

Daarom is het belangrijk om op een open manier te kijken naar het gedrag van mensen.

Ik zie vooroordelen als een spiegel die een beetje vies wordt.

Die mensen afstoot, waardoor er minder licht kan binnenkomen.

Als we onze eigen spiegel zo zuiver mogelijk maken, kunnen we ook meer licht weerkaatsen."

En hoop geven aan de wereld.

Jeanne Devos

Jeanne Devos
Geboren in 1935
Orthopedagoge van opleiding
Missiezuster bij de Zusters Missionarissen van het Onbevlekte Hart van Maria sinds 1963, waarbij ze zich sindsdien inzet voor de armen in India.
Genomineerd voor Nobelprijs voor de Vrede in 2005
Bracht onlangs een boek uit: Alsof de Weg ons zocht. Denken en doen: een leven in spiritualiteit

Ik wilde haar zo graag ontmoeten. Jeanne Devos, wereldburger avant la lettre. Persoonlijke bewondering van mij als mens en als sociaal werker, deed mij de stap zetten om haar een E-mail te sturen. Ik hoopte wel, maar verwachtte niet veel. ‘Jeanne moet vast druk bezig zijn”, dacht ik. Maar ik kréég gewoonweg antwoord. Ze zou mij ontvangen in het Missiehuis in Heverlee, waar ze woonachtig is.

Op 26 november was het zover. Een beetje nerveus om Jeanne te ontmoeten, maar er vooral op vertrouwend dat het meer dan goed zou komen. Aangekomen bij het Missiehuis, werp ik van op straat al eens een blik op de ramen en zie haar zitten achter een computer. Ze ziet eruit zoals de vorige keer, tijdens de Wereldverzetdag tegen Armoede op 17 november, waar ik samen met heel wat andere mensen op de Grote Markt een glimp van haar kon opvangen, die uitgenodigd was om te speechen. Grijs haar, opgestoken in een mooi dotje. Ongeveer de leeftijd die mijn grootmoeder nu zou hebben. Het maakt mij op één of andere manier niet minder nerveus. Wanneer de deur opengaat, valt er een stuk van die zenuwen weg. Een lieve warme lach ontvangt mij in het huis, waar ze samenwoont met 4 andere zusters. Voor we beginnen, krijg ik thee en een Pims koekje. Nostalgie.

“Ik geloof dat waar mensen het opnemen voor de zwakken, we een beetje Gods wereld bereiken. Ik geloof dat wij dagelijks mee de wereld scheppen. Ik ben blij me te kunnen inzetten voor solidariteit, samen met een hele beweging van sterke vrouwen en kinderen. Ik geloof in onze verbondenheid.”

Ik vraag Jeanne wat voor haar Gods wereld is. Of wat zij doet in dit aardse leven ook in verbinding staat met een hiernamaals.

"Goh, vreemd, maar het hiernamaals… ik denk daar niet vaak aan. Vlak voor jij naar hier kwam, heb ik zo wat dingen op een briefje geschreven."

“Als ik aan het hiernamaals denk

Kijk ik niet vooruit, wat na het leven komt

Maar achteruit, naar het leven zelf

Momenten van goedheid, liefde en vrede

En het geduld hebben om die vast te houden

 

Als een stroom die ge meedraagt

Tot in het hiernamaals

Waar geen ‘slecht' is

Alleen het goede

Als deel van uzelf

 

Maar we moeten beseffen

Dat we het niet weten

Dat het op gevoel appelleert

 

Net als het mysterie van God

Of het nu een adem is

Een vorm van goedheid

Liefde of solidariteit 

Dat is voor mij ook het Paradijs

De stroom van uw eigen gevoel

 

In solidariteit

Een groepsleven

Nationaal, Internationaal

Werelds

 

En de hemel

Die moet hier beginnen

Op aarde

 

De kleine inzet

Van mensen voor elkaar

Want al wat ik hier zeg

Heb ik gekregen van de armen

 

Wat ge zijt

Is niet wat ge bezit

Dat staat los van kapitaal.”

Het is een Weg

waardoor een wondere kracht loopt

En die ons allen verbindt

Stanse

Stanse en ik kennen elkaar van vroeger op de middelbare school. Ze reageerde op mijn oproep naar mensen die een tatoeage lieten zetten na het verlies van een dierbare. We zien elkaar sinds lange tijd terug in een hippe koffiebar bij het Ladeuzeplein.

Over Zoë en Tante

"In oktober is Zoë gestorven In datzelfde jaar ook mijn tante. Ik zocht naar hoe ik verder moest. Ik heb altijd in de scouts gezeten Ik kreeg mijn totem daar, Steenbok. De tekst sprak voor zich. Dit is echt de persoon die ik ben en wil zijn. Vandaar dit teken, dat steenbok betekent En de 2 sterren… 1 voor Zoë 1 voor mijn tante."

Gelooft ge dan in een ziel? Of dat Zoë en uw tante met u meegaan?

“Ik geloof wel dat als ik praat tegen Zoë, ze mij kan horen of kan voelen dat ik aan haar denk. Zoë pleegde zelfmoord, maar ik zie dat meer als gewoon ‘gestorven’. Zoals een ziekte die iemand zo hard ‘pusht’ dat het lichaam of de geest niet meer kan.

Mijn tatoeage is een deel van het loslaten. Ik heb het gevoel dat – voor mij – praten over Zoë haar niet in leven houdt. Bij mijn tante was dat anders, want ze was heel katholiek. Ze is begraven in een familiegraf met de geruststellende gedachte: “Dan ben ik terug bij ‘hen’. Dan is het goed."

Ik zie het hiernamaals

zoals in een droom

Dan zie ik Zoë als persoon

in haar lichaam


Als je dan wakker wordt

is er dat gevoel dat overblijft

Dat is het hiernamaals,

denk ik.

 

Net zoals het hemels Paradijs.

Dat is voor mij niet fysiek,

maar aan de zee, ofzo.

 

Ik ben daar graag

en alle mensen die ik graag zie,

zijn er ook.

Het geeft een warm gevoel.

Als een gemis dat ingevuld wordt.

Al die verhalen, al die mensen.. Wat ik voor deze reis van hemels dacht, bleek toevallig waar te zijn. Dat iedereen wel iets over een hiernamaals te zeggen heeft. Dat je er gewoon over kan praten. Dat een eerste idee geen tweede is. Dat mensen soms zwart - wit 'zeggen', maar daarom niet denken.

Dat brengt voor mij de schoonheid van dit thema. Ik had slechts enkele interviews nodig om te beseffen dat het iedereen kan zijn. Dat het hiernamaals een thema van ons allen kan zijn. Dat ondanks de inevidentie van gesprekken over dood en leven, ze toch heel evident en vertrouwd aanvoelen. 

Een hiernamaals
Een hemel
Een Paradijs  

Verder dan zwart of wit
Verder dan Hemel of Hel
Verder dan Goed of Kwaad
Verder dan rijstpap met gouden lepeltjes

Voorbij religies
Voorbij leeftijden
Voorbij culturen
Godsbeelden

Want God is geen gefixeerd iets.
God kan op verschillende manieren bestaan.
Een godsbeeld is niet letterlijk.
'Hij' kan ook 'De', 'Het' of 'Een' zijn.

De liefde
Een ervaring
Het, als in 'overal'.
God is overal.

En het Paradijs
schuilt in wat wij mensen gemeen hebben:
het leven

De zoektocht naar wat 'leven' is.
Naar wat 'dood' is.
En wat kleur kan geven aan dat stukje grijs tussenin.

Af en toe wegglippen uit de ratrace van het leven.
Door ervaringen die buiten ons lijken te staan.
Die ons overvallen en paradijselijk zijn.
14 seconden zielsgelukkig.

Zo veel mensen, zo veel hemels.