Als afstudeervoorstelling koos jonge maker Jan Jasper de Vries (°1988) voor een tekst van Enda Walsh met als titel DISCO PIGS. Een voorstelling die hij tijdens het maakproces aan onze huidige samenleving toetste, een wereld waar de mogelijkheden onbegrensd zijn en we steeds meer en meer willen, alles. Die worsteling van een jonge theatermaker maakte ons nieuwsgierig en vonden we een goede aanleiding om Jan Jasper zijn verhaal te laten doen en dit aan de hand van vragen die ons van zijn liefde voor theater naar zijn zin in de toekomst brachten. Jan Jasper, je studeert binnen enkele weken af als regisseur aan de Toneelacademie Maastricht. Waar werd je voor het eerst geprikkeld door theater?

Ik heb altijd op de jeugdtheaterschool gezeten dus daar werd ik al voor een stukje gevoed, maar de eerste keer dat ik mijn verwondering voor theater echt ontdekte was tijdens een musical met muziek van VOF de Kunst. Zij brachten toen een eerbetoon aan Annie M.G. Schmidt. Het gordijn dat openging, de wereld die erachter opdoemde, … dat fascineerde me en nog steeds. En hoewel dit een beetje cliché mag klinken, heeft dit mij wel nieuwsgierig gemaakt.

Je spreekt over een musical. In je voorstelling DISCO PIGS zal muziek ook een essentiële een rol spelen, is er een link?

De fascinatie voor het muzikale aspect is er altijd gebleven en heeft dus zeker een rol gespeeld in het verwerken van muziek in DISCO PIGS. Daarnaast vind ik de fantasiewereld die je door muziek op toneel kan teweegbrengen ook fascinerend. En dat alles terwijl ik zelf heel a-muzikaal ben. Dat muziek bij DISCO PIGS een belangrijke rol zou spelen was van in het begin duidelijk en zo kwam ik dan ook in contact met muzikant Bert Hornikx, hij is Hasselaar en heeft al langer een band met de Queeste. Bert ontwikkelde een soundscape die tijdens het maakproces vorm heeft gekregen en live zal worden gespeeld. De manier waarop hij als muzikant inspeelt op het stuk zal alles alleen maar versterken.

Vanaf wanneer wist je dat je regisseur wilde worden?

Ik wilde iets met theater doen, dat stond al snel vast. Aanvankelijk wilde ik ook acteren, dat denk ik toch.Doordat ik na mijn middelbare school een hele hoop audities heb misgelopen kon ik op dat moment enkel nog intekenen voor de opleiding productie en podiumkunsten in Amsterdam. Daar kon ik het maakgegeven al snel smaken, maar het pure productiewerk vond ik maar niks. Ook docent worden is een ambitie die al snel ruimte maakte voor meer … ik wil maken!Na mijn auditie op de Toneelacademie Maastricht heb ik nog even getwijfeld tussen performance en de regieopleiding. Ondanks mijn keuze voor de regieopleiding verweef ik beide nu in mijn werk.

Hoe zie je je eigen evolutie tijdens de opleiding? Staan je eindvoorstellingen in relatie tot de veranderingen die je hebt doorgemaakt?

Absoluut.Met de opleiding gingen we vaak naar theatervoorstellingen van TG Amsterdam kijken. In mijn notitieboekje schreef ik al vrij snel dat ik ze zag als ‘studieavonden’. Ik miste de wereld die ik kende uit eerdere ervaringen, het magische, mij wegnemen. Van toen af aan ben ik mij ook meer en meer gaan toeleggen op een conceptuele manier om met theater om te gaan en dat gaan appreciëren.In die periode zag ik ook de documentaire ‘Close Up: Lüber in de lucht’ van de Avro over performance kunstenaar Heinrich Lüber. Toen dacht ik, dat is tof. 

Heeft dit je ogen tijdens de opleiding doen openen?

Dat samen met het vak open dramaturgie onder leiding van Hans Lemmerman, dat ik op dat moment volgde. Hier leerden we uit de klassieke kaders te denken. Dat nam ik letterlijk op door met ‘dieren’ aan de slag te gaan. Ik deed een performance met muizen in een kom. Je moet het zien, maar heb er jammer genoeg geen beeldmateriaal van. Iets wat mij zeker ‘out-of-the-box’ leerde denken.Ik kon zo ook loskomen van mijn affiniteit met het strikt verhalende en meer de performatieve kant op draaien. In die periode kreeg ik ook meer interesse voor politiek theater. Iets wat los staat van het voorgaande, maar nu ik bijna afstudeer ook nog steeds een rol speelt.

Dat is wel een grote sprong! De sprong van dieren naar politiek

.Ik experimenteerde met beide. Het werken met dieren was veeleer mijn grens afbakenen, dat politieke erin verwerken was een gerichter doel. Zo heb ik bijvoorbeeld een voorstelling gemaakt met als titel ‘muizendorp’, elke muis werd gelinkt aan een karaktereigenschap van een persoon.

Je presenteert dit voorjaar twee eindejaarsvoorstellingen. Gered is intussen in première gegaan in samenwerking met de Toneelmakerij in Amsterdam. Hoe kwam deze voorstelling tot stand?

Gered is voor mij een volgende stap. Als ik spreek over het gebruiken van politieke thema’s dan heb ik dat hier proberen te doen. Bovendien wilde ik terug naar de wereld die ik kende uit mijn jeugd en mijn publiek meenemen, zoals ik dat in de musicalwereld ervaren heb. Tegelijk verwerkte ik er aspecten als agressie, geweld en destructie in. Gered was voor mij dan ook een fijne kans om alle registers te openen, waarbij de combinatie van alle elementen soms teveel werd, althans als ik er op terugblik ervaar ik het zo.

Heb je daardoor meer focus gezocht in DISCO PIGS?

Nu bij DISCO PIGS ben ik mij bewuster van de grenzen en beperkingen op scène. Bovendien heb ik bijna 2 weken in het maakproces gebruikt om in dialoog te gaan met mijn acteurs. Wat betekent deze voorstelling voor ons? Ik vind het belangrijk dat Joke en Bart meedenken en op die manier ook één worden met de voorstelling. Dat geldt overigens ook voor de hele ploeg rondom ons. Je wil een commitment afdwingen van je ploeg en als je een tekst als maker gaat transformeren, dan moet iedereen voldoende context hebben. Als je dat niet geeft, dan gaat het niet.

Merk je dat dit je band met je acteurs (Joke Emmers en Bart Harder) ten goede komt?

Zeker, dankzij het proces, waar we als het ware samen zijn ingerold weten we met zijn allen waar we het over hebben. Zo werken we ook met een duidelijke richting en krijgen de acteurs een stem en werken ze voor mij als klankbord.

Wat is je link met de Queeste?Waarom koos je voor dit theatermakershuis om je tweede afstudeervoorstelling mee te maken?

Normaal gezien doen afstudeerstudenten eerst een regiestage bij de Queeste, dat deed ik niet, waardoor ik aanvankelijk dacht niet meer bij de Queeste terecht te kunnen. Toen dat wel bleek te zijn, vond ik dat heel tof. Het soort theater dat de Queeste maakt spreekt me qua thematiek zeker aan.

Vanwaar kwam de idee om voor de voorstelling DISCO PIGS van Enda Walsh te gaan?Wat sprak je aan in het verhaal?

Ik wilde sowieso iets doen in de stijl van Angry Man (jaren 80,90,…) en dacht aanvankelijk met een tekst te werken van schrijvers als Sarah Kane, Marc Ravenhill of Edward Bond. Ik was op zoek naar boos, agressief theater, … het ruwe theater, in your face!Het stuk DISCO PIGS van Enda Walsh vond ik vanaf het begin interessant. De tekst was heel grappig en tegelijk werd er veel gescholden wat voor een agressieve ondertoon zorgde. Die dualiteit prikkelde.

Hoe ben je aan de slag gegaan met de Ierse tekst van DISCO PIGS?

We zijn vertrokken van de vertaling die Jeroen Olyslaegers maakte. Tijdens het maakproces stootte ik steeds vaker op de tijdsgeest van de originele tekst, deze verliest context als je hem anno 2014 gaat spelen.Vandaar dat het stuk hoe dichter we bij de première komen hoe eigentijdser wordt door een eigen herwerking. Daar waar DISCO PIGS zich initieel afspeelde in een gewelddadige wereld die verveling biedt situeert het zich nu in een wereld die alles biedt en daardoor onbegrensd lijkt te zijn.Zeug en Zwijn de twee hoofdpersonages willen bijgevolg alles en meer, want de wereld biedt hen alles.

Ervaar je die druk ook in je eigen leven? Heb je het gevoel dat de wereld niets voor je in petto heeft?

Exact! Een wereld die alles biedt, maar waar we nooit genoeg van krijgen. Er zijn zoveel impulsen, waardoor het ‘negatieve’ lijkt te verdwijnen. Alles moet positief zijn, de tijd is nu, yes we can! Niet kunnen bestaat niet, alles kan. Net daardoor kampen er zoveel mensen met symptomen van oververmoeidheid, burn out en vastlopen en verstikt geraken. Op die manier heeft het leven veel in petto, maar niet wat we zoeken, of toch?Ik kan niet ontkennen dat ik die druk ook voel.Via mijn coach dramaturgie Alexander Schreuder ben ik op dit moment ‘de vermoeide samenleving’ van Bjung-Chul Han aan het lezen. Een aanrader en inspiratiebron.

Waar haalde je je inspiratie voor de look & feel van de voorstelling?

Ik koos voor een beeld van Roger Ballen, een fotograaf waar ik al lang een fascinatie voor koester. Ik kan dus wel stellen dat ik fan ben, heb er ook een boek thuis van liggen. Zijn beelden hebben tegelijk iets duisters en dit in het bijzonder iets kinderlijks.

Hoe staat het beeld van Roger Ballen in relatie tot de voorstelling?

De voorstelling heeft tijdens het maakproces een evolutie doorgemaakt. Daar waar de voorstelling initieel inspeelt op een wereld waar jongvolwassenen niets lijken te vinden zijn we intussen in een wereld die alles te bieden heeft en hoewel het beeld nog dateert uit de opstartfase vertelt het veel over de voorstelling. Het grauwe verstikkende, … je afzetten tegen de wereld rondom je. Loslaten van je kindertijd.Aanvullend zal het decor ook spreken, daarvoor heb ik Marrigje Spoelstra en Ken van de Mierop aangesproken, beiden studeren dit jaar ook af aan de opleiding scenografie in Antwerpen.

Wat mag het publiek verwachten van deze voorstelling? Waarom mogen ze deze voorstelling niet missen?

Vind ik een hele moeilijke vraag! Nu ik op een keerpunt sta in mijn leven en bijna de grote sprong maak kan ik met vrienden urenlang filosoferen over de vraag ‘Waarom je überhaupt naar theater moet’. De theaterwereld moet immers steeds meer opboksen tegen de crisis, met leeglopende zalen. En toch…Als regisseur wil je iets vertellen en je toeschouwers achter een gordijn laten piepen. Soms krijg je een droomwereld te zien, maar bij DISCO PIGS krijg je een inkijk in het nu. Door de ogen van Zeug en Zwijn, twee jongvolwassenen op zoek naar meer. De nieuwe generatie die worstelt in deze vermoeide samenleving. Waarom kunnen zulke jonge mensen al opgeblust zijn nog voor ze beginnen? Die dagelijkse confrontatie belicht ik in een eigen unieke gecreëerde wereld.

Heb je zelf ook een uitgeblust gevoel?

Soms wel, maar op dit moment overschaduwt het mijn zin in het leven niet.

We hadden het net over onze prestatiemaatschappij, dus het kan misschien raar klinken, maar hoe zie je je toekomst als jonge regisseur?

Als regisseur aan het werk gaan bij een gezelschap, misschien wel een groep mede-theatermakers rond mij verzamelen? Ik heb er eerlijk gezegd geen idee van, maar weet wel dat ik graag die politieke en actuele context in mijn werk wil behouden. Het confronteren!Het nadenken over wat ik wel en niet wil gebeurt nu en wie weet welke kansen op mijn pad wachten.